Verhaal 1; Oude Gart woont alleen midden in de grienden, langs een brede boezem. Hij stroopt, vist, en leeft heel sober. Nadat zijn vrouw overleden is, is hij eenzaam. Een jonge dominee wordt slecht geaccepteerd door zijn gemeente. Hij gaat op een koude winterse dag schaatsen op de brede boezem, en rijdt in een wak. Dat wak ligt voor het huis van Gart, en die ziet het gebeuren. Met gevaar van eigen leven redt hij de dominee. Twee pluisjes in het onmetelijke heelal die elkaar ontmoeten. De dominee kan zijn verhaal kwijt bij Gart, bibberend bij de gloeiend hete kachel, en kan mede daardoor tot aanvaarding komen van zijn strijd in de gemeente. Verhaal 2; Een jonge man beklimt de Etna op het eiland Sicilië in Italië. Als hij bijna bij de top is gaat het sneeuwen. Heel hard. Hij besluit terug te gaan maar raakt de weg kwijt. Een verschrikkelijke tocht die hij ternauwernood overleeft.