Samenvatting:
Koos is acht jaar als hij door kinderverlamming wordt getroffen. Hij vecht wat hij kan om de kwaal onder de knie te krijgen. Het heeft een enorme impact in het arbeidersgezin in Oud Alblas. Het is een bijzonder intelligent ventje, en hij haalt uit de bijbel de tekst uit psalm 40 dat hij eens weer zal kunnen lopen. Vasthoudend traint hij daar dan ook voor. Tevergeefs. Hij is een studiebol, en gaat naar de universiteit. Een domineesdochter Letje, kruist zijn pad. Een rijke boerenzoon vindt dat Letje voor hem bestemd is. Op een wonderlijke wijze komen Letje en Koos toch bij elkaar, na een ernstig motorongeluk van de boerenzoon en Letje. Koos trouwt met Letje, en wordt dominee. Een ontroerend verhaal uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, en getekend in de mooie Alblasserwaard.