Het ligt op het bureau van Jan Klijn. De auteur uit Groot-Ammers schreef over de brute moord in 1965 al eerder ‘Moord in de Alblasserwaard’, zonder twijfel zijn meest bekende boek. “Mijn uitgever had me jaren geleden al eens gepolst of ik er niet een vervolg op wilde schrijven. Mijn eerste reactie was: ‘Nee, dit verhaal heb ik verteld.’” Het liet hem echter niet los. Klijn kwam afgelopen jaar in contact met een politieman, familie van het slachtoffer. “Ik ben bij hem op bezoek geweest en bij het afscheid gaf hij mij dit dossier mee, met de toestemming om het te gebruiken.”
Waar Klijn zich voor ‘Moord in de Alblasserwaard’ moest baseren op krantenartikelen en gesprekken met de weduwe van Arie Blokland, heeft hij een schat aan informatie over de gang van zaken rond de moord. “Er komt bijvoorbeeld duidelijk uit naar voren hoe slim de moordenaar, een boer uit Groot-Ammers die Blokland bij hem in de schuur om het leven bracht, het heeft aangepakt, maar ook welke domme fouten hij maakte. Zo zijn er 39 aardappelen gevonden met bloed erop. Hij had die, hoogstwaarschijnlijk uit zuinigheid, onderaan de stapel gedaan om aan de koeien te voeren. ‘Zonde om weg te gooien’, zal hij gedacht hebben. Het dossier laat onomstotelijk zien dat hij de dader is, ondanks dat hij de moord nooit bekend heeft. Uit het verslag van de patholoog-anatoom blijkt hoe bruut hij te werk is gegaan; steken met een mes, verwurging, slagen op zijn hoofd met een werktuig; er waren drie oorzaken waaraan Arie Blokland onafhankelijk van elkaar zou zijn overleden.”
Maar ook is terug te lezen hoe de moordenaar, die in hoger beroep vijftien jaar cel kreeg en na acht jaar wegens goed gedrag weer vrijkwam, nog twee keer werd opgepakt omdat hij wapens in zijn bezit had. “Ik ben er inmiddels ook achtergekomen dat hij nog leeft. Er zijn meer dan voldoende gegevens om een nieuwe roman te schrijven, waarbij dit keer de dader de hoofdpersoon is. Op basis van het dossier en eigen onderzoek, bijvoorbeeld naar hoe het er destijds in de gevangenis aan toeging, ga ik daarmee aan de slag.” Jan Klijn heeft nog even de tijd: het boek moet in 2020 in de boekwinkel liggen. “Het is veel werk, zeker omdat alles moet kloppen, maar ik houd wel van een uitdaging.” Een uitdaging is ook het in de huid kruipen van een moordenaar. De hoofdpersonen zijn bij Klijn totnogtoe altijd de ‘good guys’. “Ik ga ermee aan de slag en hoop het verhaal juist en doeltreffend af te ronden.”